De aanhoudende shutdown in de Verenigde Staten raakt de economie steeds harder naarmate ze langer duurt. De problemen stapelen zich op en brengen enorme kosten met zich mee. Steeds meer Amerikanen komen in de knel, met zelfs tekorten aan voedsel en een groeiende afhankelijkheid van voedselhulp.
Shutdown raakt ook Amerikaanse economie hard
De shutdown duurt inmiddels 35 dagen en evenaart daarmee het eerdere record uit 2018, eveneens onder president Donald Trump. Volgens het Congressional Budget Office, een onafhankelijke begrotingswaakhond van het Amerikaanse Congres, heeft de sluiting de economie al zo’n 7 miljard dollar gekost. Dat bedrag kan oplopen tot 14 miljard dollar als de shutdown aanhoudt tot halverwege november.
Het lijkt er echter op dat de shutdown nog langer zal aanhouden, waardoor de kosten verder zullen oplopen. Gebruikers van crypto-voorspellingsplatform Polymarket denken dat de deuren pas op 1 december weer zullen openen. Dan zou de shutdown 61 dagen hebben geduurd, bijna het dubbele van het vorige record.
De kosten zitten in verschillende problemen. Zo melden luchtverkeersleiders en beveiligers zich ziek omdat ze geen salaris krijgen. De luchtverkeersleiding kampt inmiddels met een tekort van meer dan 3.000 medewerkers. Dit leidt tot vertraagde vluchten en lange wachttijden op luchthavens.
Daarnaast hebben honderdduizenden ambtenaren inmiddels al een maand geen loon ontvangen. Omdat veel Amerikanen geen financiële reserve hebben, voelen ze de gevolgen direct. In Washington D.C. is dat goed zichtbaar: winkels en restaurants bieden kortingen aan om klanten te behouden.
Hoe is de shutdown ontstaan?
De huidige shutdown in de Verenigde Staten is ontstaan door een politieke impasse tussen het Witte Huis en het Congres over de begroting. De Republikeinen en Democraten zijn het niet eens over hoe het beschikbare geld moet worden verdeeld en welke programma’s prioriteit krijgen. Omdat het Congres geen begrotingswet heeft aangenomen die de financiering van overheidsdiensten regelt, ligt een groot deel van de overheid stil.
Zolang die wet ontbreekt, mogen ministeries en federale instanties geen salarissen uitbetalen of nieuwe verplichtingen aangaan. Alleen essentiële diensten, zoals de politie en noodhulp, blijven functioneren, vaak met medewerkers die onbetaald doorwerken.
Voedselhulp raakt op
Daarnaast meldt NBC dat er nog een ander groot probleem is. Doordat de overheid deels stilligt, ontvangen miljoenen Amerikanen die normaal via SNAP (het voedselbonnenprogramma) hun boodschappen kunnen betalen, minder of zelfs geen steun.
Hierdoor komen gezinnen die al kwetsbaar waren direct in de problemen. Ze hebben minder geld voor eten en zoeken daarom massaal hun toevlucht tot voedselbanken en lokale hulporganisaties.
De Trump-regering heeft aangekondigd dat ze het federale voedselhulpprogramma SNAP gedeeltelijk zal financieren tijdens de aanhoudende shutdown. Dit gebeurt via 4,65 miljard dollar dat komt uit een zogenoemd noodfonds van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA).
Dit fonds is bedoeld om in uitzonderlijke situaties, zoals natuurrampen, economische crisissen of een shutdown van de overheid, tijdelijk steun te verlenen aan cruciale programma’s die anders volledig zouden stilvallen.
Ongeveer de helft van de huishoudens die normaal recht hebben op SNAP-steun zal deze maand maar een deel van hun uitkering ontvangen. Maar zodra dit bedrag op is, dreigt de uitbetaling volledig te stoppen.





